Lijkt het hoofdje van uw baby scheef te staan? Dat kan een aandoening zijn die torticollis heet. Ontdek wat de oorzaak is en hoe het behandeld kan worden.
Als je baby de aandoening bij de geboorte heeft, heet het congenitale musculaire torticollis. Dat is de meest voorkomende vorm.
Baby's kunnen de aandoening ook na de geboorte krijgen. Dan heet het verworven, in plaats van aangeboren. Verworven torticollis kan in verband worden gebracht met andere, meer ernstige medische problemen.
Wat veroorzaakt het?
Je hebt een lange spier aan elke kant van je nek die loopt van de achterkant van je oor tot je sleutelbeen. Hij heet het sternocleidomastoideus, of SCM.
Wanneer je baby torticollis heeft, is deze draderige spier aan één kant verkort. Waarom is de spier verkort? Uw baby kan verkrampt zijn geweest in de baarmoeder of kan in een abnormale positie hebben gelegen, zoals een stuitligging. Daardoor kan er extra druk op één kant van het hoofdje van uw baby komen te staan, waardoor de SCM aangespannen kan worden.
Als uw arts tijdens de bevalling een tang of vacuümapparaat heeft gebruikt, kan dat ook druk op de SCM van uw baby hebben uitgeoefend.
Symptomen
Het kan zijn dat je de eerste 6 tot 8 weken niets ongewoons aan je baby merkt. Het is gebruikelijk dat de symptomen van torticollis duidelijk worden zodra een kind meer controle krijgt over het hoofd en de nek.
Sommige van de symptomen die je kan zien:
-
Het hoofd van uw kind kantelt naar één kant met de kin naar de tegenovergestelde schouder gericht. Bij ongeveer 75% van de baby's met torticollis, is de rechterkant aangedaan.
-
Hun hoofd draait niet gemakkelijk van links naar rechts of op en neer.
-
Je voelt een zachte knobbel in de nekspier van je baby. Dit is niet gevaarlijk, en gaat meestal binnen 6 maanden weg.
-
Je baby kijkt liever over de schouder naar je. Hun ogen volgen je niet omdat ze dan hun hoofd moeten draaien.
-
Ze hebben moeite om aan één kant borstvoeding te geven of geven er de voorkeur aan om maar aan één kant te voeden.
-
Je baby doet moeite om zich naar je toe te draaien, heeft moeite om zijn hoofdje helemaal te draaien, en raakt van streek omdat de beweging moeilijk is.
-
Ze kunnen een plat hoofd krijgen aan één kant - of beide kanten - van het steeds in één houding liggen. Dit heet positionele plagiocephalie.
Wanneer Moet Ik Mijn Dokter Bellen?
Als je tekenen opmerkt die erop wijzen dat je baby torticollis zou kunnen hebben, maak dan een afspraak voor een onderzoek met je arts.
De arts zal eerst controleren hoe ver je baby's hoofdje kan draaien. Hij of zij kan ook beeldvormende scans laten maken, zoals röntgenfoto's en echografie, om op andere aandoeningen te controleren. Ongeveer 1 op de 5 baby's met torticollis heeft ook een heupprobleem.
De meeste baby's met torticollis hebben geen andere medische problemen. Maar soms is er een verband met infecties, botbreuken, allergische reacties op geneesmiddelen of genetische aandoeningen zoals het syndroom van Down of het syndroom van Klippel-Feil (een zeldzame botafwijking van de nek).
Waarom behandeling belangrijk is
Als u vroegtijdig handelt, kunt u eventuele problemen op lange termijn voor uw baby helpen voorkomen. Zonder behandeling, kan je baby complicaties krijgen, waaronder:
-
Minder controle over hun hoofd
-
Beperkt bereik aan de aangedane zijde en minder volgen met de ogen
-
Vertragingen in zitten en lopen
-
Een probleem met voeden
-
Slecht evenwicht
-
Krom kruipen
-
Rollen naar één kant
Wat u thuis kunt doen
Probeer je baby de nekspieren te laten strekken. Dit is de beste behandeling voor torticollis, en het is veilig.
De dokter kan je specifieke oefeningen leren die je samen met je kleintje kunt doen. Deze bewegingen zullen helpen om de strakkere, korte spier te verlengen en ook de spier aan de andere kant te versterken.
Hier zijn enkele andere dingen die je thuis kunt doen:
-
Gebruik je baby's eetlust als een stimulans. Bied de fles of de borst zo aan dat hij zich van zijn favoriete kant afkeert.
-
Leg speelgoed zo neer dat je baby gedwongen wordt om beide kanten op te kijken. Speeltjes met geluidjes en lichtjes kunnen heel goed de aandacht trekken.
-
Laat ze met hun handen en voeten spelen. Baby's vinden het leuk om hun handen naar elkaar toe te brengen en hun voeten naar hun handen. Als uw baby dit doet, bouwt hij spieren op die hij nodig zal hebben om te kruipen.
-
Geef ze veel tijd op je buik. Als je je baby op deze manier vasthoudt, versterk je de rug- en nekspieren en voorkom je dat het achterhoofdje afplat. Ideaal is 4 keer per dag 15 minuten op de buik. U kunt hem op uw borst, op uw schoot of op een kussen leggen als dat makkelijker is.
Andere behandelingen
Naast thuisbehandeling kan uw arts ook een fysiotherapeut raadplegen.
Zodra torticollis is vastgesteld en met rekoefeningen is begonnen, verbeteren de meeste baby's binnen 6 maanden. Twee dingen kunnen het herstel versnellen: een vroege diagnose en vasthouden aan het behandelplan.
Heel zelden moeten kinderen met torticollis geopereerd worden om de musculus sternocleidomastoideus te verlengen. Artsen zullen meestal wachten tot uw kind een kleuter is om deze optie te overwegen.