Veel kinderen piepen van plezier als je ze aan de armen heen en weer zwaait. Maar wist u dat deze leuke activiteit kan leiden tot een van de meest voorkomende blessures bij jonge kinderen?
Het heet de zuigelingenelleboog, en het kan behoorlijk pijnlijk zijn voor uw kleintje.
Een zuigelingenelleboog betekent dat de elleboog uit zijn normale plaats in het gewricht is gegleden.
Het elleboogbeen (radius) is met het ellebooggewricht (humerus) verbonden door elastische banden, ligamenten genaamd. Deze banden worden sterker en strakker naarmate het kind ouder wordt. Bij kleine kinderen en baby's zijn de banden nog los. Daardoor kan de elleboog gemakkelijk van zijn plaats glijden.
Uw arts of verpleegkundige kan andere termen gebruiken voor verpleegsterselleboog, zoals:
-
Getrokken elleboog
-
Radiuskop subluxatie
Wie krijgt de Elleboog van het kindermeisje?
De elleboog van het kindermeisje is een veel voorkomende blessure bij peuters en kleuters.
De blessure wordt niet vaak gezien bij kinderen ouder dan 5 of 6 jaar. Dat komt omdat naarmate kinderen groeien, hun botten harder worden en de gewrichtsbanden strakker en dikker. Dit helpt om de elleboog stevig op zijn plaats te houden.
Meisjes hebben iets meer kans op een verpleegsterselleboog dan jongens.
Wat veroorzaakt een verpleegsterselleboog?
Een zuigelingenelleboog kan ontstaan als je aan de onderarm of hand van een kind trekt, vooral als de arm gedraaid is. Er is niet veel kracht voor nodig om de verwonding op te lopen. De meest voorkomende oorzaak van een zuigelingenelleboog is een trekverwonding.
Een verpleegsterselleboog kan ontstaan als u..:
-
een kind bij de hand pakt om een val te stoppen
-
Een kind aan de handen of polsen optillen
-
De arm van een kind door de mouw van een jas trekken
-
Een kind aan de armen of handen slingeren
-
Aan de arm van een kind trekken om het sneller te laten lopen
Soms kan de elleboog van het kindermeisje voorkomen als:
-
Een kind op de arm rolt
-
Een kind gebruikt de handen om zich schrap te zetten tijdens een val
Wat zijn de symptomen van een verpleegsterselleboog?
Het belangrijkste symptoom van een verrekte elleboog is pijn wanneer het kind de arm beweegt. In feite kan een zuigelingenelleboog behoorlijk pijnlijk zijn. Er is echter geen zwelling, kneuzing of ander teken van een ernstig letsel.
Het kind kan:
-
Klagen dat de elleboog pijn doet
-
Huilen als de arm wordt bewogen of aangeraakt
-
De arm dicht bij hun zijde houden of ondersteunen met de andere arm
-
De arm niet gebruiken
U mag niet proberen de arm te strekken of de elleboog terug te bewegen. Als u dat wel doet, zal het kind zich verzetten en kunt u ernstigere schade veroorzaken.
Hevige pijn, zelfs zonder zwelling, kan het teken zijn van een gebroken bot. Bel uw arts als uw kind zijn elleboog verwondt.
Hoe wordt een verpleegsterselleboog behandeld?
De behandeling hangt af van de leeftijd en de algehele gezondheid van uw kind. De arts zal het kind onderzoeken en nagaan of het bot niet gebroken is. Röntgenfoto's zijn meestal niet nodig om dit vast te stellen.
Pijnstillers, zoals acetaminophen (Tylenol) of ibuprofen (Advil, Motrin), kunnen vrij verkrijgbaar zijn. Vraag uw arts om de juiste dosis voor uw kind. Geef nooit aspirine aan een kind jonger dan 12 jaar.
De arts zal een methode toepassen die een "reductiemanoeuvre" wordt genoemd om de elleboog weer in de juiste positie te brengen. Deze methode wordt ook wel "reductie" genoemd.
Bij deze methode houdt de arts de pols en de elleboog van het kind vast. De arts beweegt de arm dan voorzichtig op een bepaalde manier totdat de elleboog weer op zijn plaats zit. U kunt een "klik" horen wanneer dit gebeurt.
Een reductiemanoeuvre duurt slechts enkele seconden. Het kan in het kantoor van de arts worden gedaan.
De procedure kan even pijnlijk zijn. Het kind zal waarschijnlijk een paar seconden huilen.
De meeste kinderen kunnen de arm binnen 10 tot 15 minuten zonder pijn gebruiken. Maar sommige kinderen kunnen bang zijn om de arm te gebruiken omdat ze zich herinneren dat het eerder pijn deed. In dat geval kan uw arts pijnstillers aanbevelen en vervolgens een uur lang observeren of het kind de arm kan bewegen.
Röntgenfoto's zijn meestal niet nodig. Röntgenfoto's zijn normaal bij iemand met een verpleegsterselleboog. Maar er kunnen wel röntgenfoto's worden gemaakt als het kind de arm niet beweegt na een reductie.
Soms werkt de eerste reductiepoging niet. Het kan twee of meer keren duren voordat de elleboog weer in de juiste stand staat. Een operatie is zelden nodig. Als uw arts het elleboogbeen niet terug op zijn plaats kan zetten, zal hij een orthopedisch specialist inschakelen.
De elleboog van een kindermeisje kan soms het gevolg zijn van kindermishandeling. Een onderzoek naar kindermishandeling kan worden gedaan als er andere tekenen zijn dat het kind wordt mishandeld of als het voorkomt bij een ouder kind.
Kun je de Elleboog van het kindermeisje voorkomen?
Naarmate je kind groeit, worden de gewrichtsbanden sterker. Zo wordt het minder waarschijnlijk dat trekken aan de armen van het kind een zuigelingenelleboog veroorzaakt. Tot die tijd kunt u de zuigelingenelleboog voorkomen als u deze tips opvolgt:
-
Til een kind niet op aan de armen of handen. Til het kind in plaats daarvan onder de armen op.
-
Trek niet aan de hand of arm van het kind.
-
Zwaai een kind nooit aan de handen of armen.
Kinderen die een verpleegsterselleboog hebben gehad, hebben meer kans om het in de toekomst weer te krijgen.