Insuline is een hormoon dat de alvleesklier aanmaakt om de bloedsuiker te verlagen. Als u diabetes heeft, maakt uw alvleesklier niet genoeg insuline aan of reageert uw lichaam er niet goed op. Uw lichaam heeft insuline nodig om de bloedsuikerspiegel binnen een gezond bereik te houden.
Hoe diabetes de insulineproductie beïnvloedt
Elk type diabetes beïnvloedt de insulineproductie op een andere manier. Type 1 diabetes veroorzaakt schade aan de bètacellen in uw alvleesklier die insuline maken. Daardoor kan uw lichaam niet genoeg van dit hormoon produceren. Diabetes type 2 maakt het geleidelijk moeilijker voor je bètacellen om te werken, en zorgt er ook voor dat alle cellen van je lichaam minder goed in staat zijn om insuline op te nemen en te gebruiken.
Bij beide vormen van diabetes hoopt de suiker uit het voedsel dat je eet zich op in je bloed. Het voortdurend hebben van een hoge bloedsuiker beschadigt je bloedvaten. Na verloop van tijd kan diabetes problemen veroorzaken met je zenuwen, ogen, nieren, hart en andere organen.
Iedereen met diabetes type 1 en sommige mensen met diabetes type 2 nemen een in het laboratorium gemaakte vorm van insuline om hun bloedsuiker onder controle te houden.
Hoe insulinebehandeling uw bloedsuiker helpt
Een insulinebehandeling werkt op vrijwel dezelfde manier als de natuurlijke insuline die de alvleesklier aanmaakt. Na het eten breekt uw lichaam koolhydraten af tot glucose. Die glucose komt in uw bloedbaan terecht en zorgt ervoor dat uw bloedsuikerspiegel stijgt.
Als je insuline neemt, helpt het om de glucose uit je bloedbaan te verplaatsen naar de cellen. Je cellen gebruiken een deel van die suiker voor energie en slaan de resterende suiker op in je vet, spieren en lever voor later.
Zodra de suiker zich in uw cellen bevindt, zou uw bloedsuikerspiegel weer normaal moeten worden.
Hoe neemt u insuline in?
U kunt insuline niet als pil innemen, omdat enzymen in uw maag het tijdens de spijsvertering zouden afbreken. In plaats daarvan injecteert u insuline onder uw huid via een naald in een spuit, pomp of pen.
Er is ook een nieuwere geïnhaleerde versie van insuline. Die adem je in via een apparaatje dat lijkt op een astma-inhalator.
Mensen met diabetes type 1 moeten meerdere keren per dag insuline innemen. Mensen met diabetes type 2 hoeven het misschien maar één keer per dag te nemen.
Soorten insuline
Insuline is er in vier soorten. Elke soort begint met een andere snelheid te werken en regelt de bloedsuiker voor een andere tijd:
Snelwerkende insuline begint binnen 15 minuten de bloedsuiker te verlagen en het effect houdt 2 tot 4 uur aan.
Kortwerkende insuline begint binnen 30 minuten te werken en het effect houdt 3 tot 6 uur aan.
Intermediair werkende insuline begint binnen 2 tot 4 uur te werken en houdt 12 tot 18 uur aan.
Langwerkende insuline begint binnen een paar uur te werken en de werking houdt 24 uur aan.