CD4:CD8-verhoudingstest - Wat u moet weten

CD4 en CD8 zijn twee soorten witte bloedcellen in uw bloed. CD4-cellen worden ook wel T-helpercellen, T-suppressorcellen en cytotoxische T-cellen genoemd. Zij helpen het lichaam infecties te bestrijden. CD8-cellen worden ook wel cytotoxische T-lymfocyten genoemd. Zij helpen kanker en ziektekiemen te bestrijden die in uw cellen leven (intracellulaire ziekteverwekkers). Het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) richt zich voornamelijk op CD4-cellen. Een verminderd aantal van deze cellen en een verandering in de CD4:CD8-verhouding zijn tekenen van HIV-infectie. De CD4:CD8-verhouding helpt uw arts de ziekteactiviteit en uw reactie op de behandeling te beoordelen.

CD4-celtelling

Het CD4-celaantal is een goede maatstaf voor de activiteit van de HIV-infectie en het succes van de behandeling. Normale CD4 aantallen in het bloed liggen tussen 500 en 1200 per kubieke millimeter. Het normale bereik voor CD8 is 150 tot 1000 per kubieke millimeter. Een CD4:CD8 ratio van meer dan 1,0 wordt als normaal beschouwd. Een CD4-telling van minder dan 200 per kubieke millimeter geeft aan dat u het verworven immunodeficiëntiesyndroom (AIDS) heeft. Lage CD4-tellingen komen ook voor bij beenmergsuppressie door chemotherapie, langdurige infecties en sommige vormen van bloedarmoede.

Zodra u met ART (antiretrovirale therapie, een combinatie van antivirale geneesmiddelen) begint, neemt uw CD4-celaantal geleidelijk toe. Uw arts zal uw CD4-telling om de 3 tot 6 maanden laten testen. De terugkeer van het CD4-celaantal naar een normaal niveau (500 per kubieke millimeter) is een teken dat de HIV-infectie onder controle is.

Verhouding CD4:CD8

Traditioneel werden CD4-tellingen en virale ladingen gebruikt om de reactie van het lichaam op de HIV-behandeling te beoordelen. Maar misschien ervaart u een verzwakking van uw immuunsysteem ondanks een normale CD4-telling. De CD4:CD8 ratio is nuttiger om de werking van het immuunsysteem te beoordelen. Mensen met HIV en een lage CD4:CD8 ratio hebben een verhoogde kwetsbaarheid en mortaliteit.

Het totale aantal CD4, hun aandeel (CD4-percentage) en hun verhouding tot CD8-cellen (CD4:CD8-ratio) zijn tests die worden gebruikt om de HIV-behandeling te sturen. Een CD4:CD8-ratio van meer dan 1,0 wordt als normaal beschouwd. Een lage ratio (meer CD8-cellen dan CD4) komt vaak voor bij HIV-infecties.

De CD4:CD8-ratio test beoordeelt de sterkte van uw immuunsysteem. Het vertelt uw arts ook of u risico loopt op opportunistische infecties zoals pneumocystis pneumonia. Uw arts kan u beschermen door bepaalde medicijnen voor te schrijven.

Een lage CD4:CD8 ratio tijdens de behandeling voorspelt dat het virus niet volledig uit uw bloed is verwijderd. Als de behandeling vroeg in het verloop van een HIV-infectie begint, zal uw CD4:CD8-ratio waarschijnlijk na ongeveer 6 jaar normaal worden. Bij late en onregelmatige behandelingen blijft deze test abnormaal. 

De momenteel gebruikte antiretrovirale geneesmiddelen zijn zeer effectief. De virusbelasting wordt ondetecteerbaar in het bloed, en de CD4-telling wordt na enkele jaren behandeling weer normaal. Maar verschillende complicaties van AIDS komen nog steeds voor. De CD4:CD8-verhouding is nauwkeuriger in het voorspellen van het risico van met AIDS geassocieerde kankers zoals Kaposi's sarcoom en non-Hodgkins lymfoom.

Lage CD4:CD8 ratio

Deze test wordt meestal gedaan om de HIV-infectiestatus te beoordelen, maar helpt ook bij de diagnose en controle van andere ziekten: 

  • Infectieuze mononucleose

  • Chronische lymfatische leukemie

  • Hodgkin ziekte (lymfoom)

  • Aplastische anemie

  • Multiple sclerose

  • Myasthenia gravis 

  • DiGeorge syndroom

  • Orgaantransplantatie

Hoge CD4/CD8 ratio

De CD4:CD8 ratio kan hoog zijn bij:

  • Grote bacteriële infectie

  • Virale infectie

  • Sommige soorten bloedkanker

Testen op HIV

HIV is de meest voorkomende reden voor abnormale CD4:CD8 ratio's. Maar deze test mag niet worden gebruikt om een HIV-infectie te diagnosticeren. Uw arts zal vragen om antigeen-, antilichaam- of nucleïnezuurtesten om een HIV-infectie vast te stellen.

Zodra uw arts de diagnose HIV heeft gesteld, zal hij of zij een behandeling starten. De CD4:CD8-verhoudingstest en het CD4-celaantal zijn nuttig om de voortgang van de infectie te beoordelen. Uw arts gebruikt deze tests om te weten of uw infectie onder controle is en of u risico loopt op complicaties. 

Een andere manier om de voortgang van de HIV-infectie te beoordelen is het testen van de viral load. Dit meet de hoeveelheid HIV in uw bloed. Een hoge viral load betekent dat uw immuunsysteem het virus niet goed bestrijdt. Uw arts zal uw viral load elke 4 tot 6 maanden testen, en zal deze ook testen als hij uw medicijnen wijzigt.

Hoge CD8-tellingen

Uw arts controleert de CD8-telling regelmatig tijdens uw behandeling voor HIV. Als uw CD8-telling hoog is, betekent dit dat uw virusbelasting laag is. Uw CD4-telling zal waarschijnlijk terugkeren naar een normaal niveau. CD8-cellen zijn belangrijk in de verdediging van het lichaam tegen HIV, en een hoge CD8-telling betekent dat uw lichaam de infectie effectief onder controle houdt.

Als uw CD8-telling enige tijd laag of normaal is geweest en dan hoog wordt, is uw arts gewaarschuwd dat de behandeling dreigt te mislukken. De CD8-cellen nemen toe als reactie op een toenemende virale belasting. Het mislukken van de behandeling komt voor bij 20% tot 40% van de mensen die ART gebruiken. Uw arts zal vragen of u uw medicijnen regelmatig inneemt, en andere oorzaken van een mislukte behandeling in overweging nemen.

HIV-infectie was enkele decennia geleden een dodelijke ziekte. Mensen met onbehandelde AIDS sterven meestal binnen drie jaar. Met behandeling en goede controle kunnen mensen met HIV lang en productief leven. CD4-tellingen, virale belasting en de CD4:CD8-verhoudingstests helpen uw arts bij het beoordelen van uw ziektecontrole en het afstemmen van uw behandeling. Door deze tests regelmatig te laten doen, kunt u de infectie onder controle houden.

Hot