Slaapstoornissen Woordenboek
Hier zijn definities van slaapgerelateerde termen:
Cataplexie: Symptoom van narcolepsie; bestaat uit een plotseling verlies van spierspanning dat leidt tot gevoelens van zwakte en een verlies van vrijwillige spiercontrole.
Centrale slaapapneu: Slaapstoornis waarbij de luchtweg niet geblokkeerd is, maar de hersenen er niet in slagen de spieren een signaal te geven om te ademen.
Chronotherapie: Een gedragstechniek waarbij de bedtijd geleidelijk wordt aangepast; wordt gebruikt in gevallen waarin het slaap-waakpatroon van de patiënt niet synchroon loopt met de externe omgeving.
Circadiaans ritme: Biologische ritmes die de interne klok omvatten die beïnvloedt wanneer, hoeveel en hoe goed mensen slapen.
Cognitieve therapie: In sommige gevallen van slapeloosheid, omvat deze therapie interventies die bedoeld zijn om mensen te helpen bij het identificeren en corrigeren van ongepaste gedachten en overtuigingen die kunnen bijdragen aan hun slaapproblemen.
CPAP (continuous positive airway pressure): Een apparaat dat een effectieve behandeling is voor slaapapneupatiënten; brengt lucht in de luchtwegen via een speciaal ontworpen gezichts- of neusmasker of kussens.
Gemengde slaapapneu: Een combinatie van centrale slaapapneu en obstructieve slaapapneu.
Meervoudige slaaplatentietest (MSLT): Test die de ernst van slaperigheid beoordeelt door de snelheid van inslapen te meten.
Narcolepsie: Een neurologische aandoening waarbij mensen overdag last hebben van overmatige slaperigheid, kataplexie, slaapverlamming, hallucinaties en intermitterende, oncontroleerbare slaapaanvallen overdag.
Niet 24-uurs slaap-waakstoornis: Een circadiane ritmestoornis waarbij het slaap-waakpatroon niet overeenkomt met de gebruikelijke 24-uurs cyclus.
Non-Rapid Eye Movement (NREM)-slaap: Een van de twee basistoestanden van de slaap; bestaat uit de stadia 1, 2 (lichte slaap) en 3 (diepe slaap).
Obstructieve slaapapneu (OSA): De meest voorkomende vorm van slaapapneu. Het wordt veroorzaakt door een blokkade van de bovenste luchtweg, waardoor het lichaam moeite heeft om lucht te krijgen.
Periodic Limb Movement Disorder (PLMD): een aandoening waarbij ritmische schokken van de benen de slaap onderbreken, wat slapeloosheid en/of buitensporige slaperigheid overdag veroorzaakt.
Parasomnieën: Abnormale gedragingen tijdens de slaap die de slaap onderbreken en kunnen leiden tot letsel, slapeloosheid en/of overmatige slaperigheid overdag.
Polysomnografie: Een test die aspecten van de slaap registreert (bijvoorbeeld de hoeveelheid NREM- en REM-slaap, het aantal opwekkingen) en een verscheidenheid aan lichaamsfuncties tijdens de slaap, waaronder ademhalingspatronen, hartritmes en bewegingen van de ledematen.
Vervolg
Progressieve Spierontspanning (PMR): Ontspanningsmethode waarbij de spieren van het lichaam in een bepaalde volgorde worden aangespannen en ontspannen, uiteindelijk om ontspanning van het hele lichaam te bereiken; nuttig bij sommige gevallen van slapeloosheid.
Rapid Eye Movement (REM)-slaap: Een van de twee basistoestanden van de slaap. REM-slaap, ook wel droomslaap genoemd, wordt gekenmerkt door snelle oogbewegingen en een onregelmatiger ademhaling dan de NREM-slaap, de andere basistoestand van de slaap.
Slaapapneu: Slaapstoornis die optreedt wanneer de ademhaling van een persoon tijdelijk stopt tijdens de slaap.
Slaaphygiëne: Praktijken, gewoonten, en omgevingsfactoren die belangrijk zijn voor het krijgen van een gezonde slaap.
Slaapverlamming: Symptoom van narcolepsie; houdt in dat men tijdelijk niet kan bewegen of spreken terwijl men in slaap valt of wakker wordt. Kan ook worden veroorzaakt door slaaptekort, onregelmatige slaappatronen, familiegeschiedenis, en andere oorzaken.
?