Door Matt McMillen
Mythe 1: Prostaatkankeroperatie zal je seksleven beëindigen en urineverlies veroorzaken.
Feit: Uw chirurg kan in staat zijn om de zenuwen te sparen die helpen om erecties te krijgen. Dat betekent dat je weer een erectie zou moeten kunnen krijgen die sterk genoeg is voor seks. Maar dat kan wel even duren. Het herstel kan 4 tot 24 maanden duren, misschien langer. Jongere mannen genezen meestal sneller.
Als u nog steeds problemen hebt, vraag uw arts dan naar behandelingen voor erectiestoornissen. Er zijn medicijnen en apparaten die kunnen helpen. Hij of zij zal u vertellen of ze geschikt zijn voor u.
Andere behandelingen van prostaatkanker, zoals bestraling en hormoontherapie, kunnen ook invloed hebben op uw seksleven. Praat met uw arts over uw keuzes.
Na de operatie kunt u urine verliezen, maar dat is meestal van korte duur. Binnen een jaar heeft ongeveer 95% van de mannen weer evenveel controle over de blaas als voor de operatie.
Mythe 2: Alleen oudere mannen krijgen prostaatkanker.
Feit: Het komt zelden voor dat mannen onder de 40 het krijgen. Als u zich zorgen maakt, vraag uw arts dan of u zich eerder moet laten testen. Leeftijd is niet de enige factor. Andere factoren zijn:
-
Familie geschiedenis: Als je vader of broer de ziekte had, heb je twee tot drie keer meer kans om het te krijgen. Hoe meer familieleden je hebt met de ziekte, hoe groter de kans dat je het krijgt.
-
Ras: Afro-Amerikaanse mannen hebben meer kans het te krijgen dan ieder ander. Wetenschappers weten niet waarom.
Bespreek je risico's met je dokter zodat je samen kan beslissen wanneer je je moet laten testen.
Mythe 3: Je moet meteen met de behandeling beginnen.
Feit: U en uw arts kunnen besluiten om uw prostaatkanker niet te behandelen. Redenen zijn onder andere:
-
De kanker is in een vroeg stadium en groeit zeer langzaam.
-
U bent bejaard of heeft andere aandoeningen. De behandeling van prostaatkanker verlengt uw leven mogelijk niet en kan de zorg voor uw andere gezondheidsproblemen bemoeilijken.
In dergelijke gevallen, zal uw dokter waarschijnlijk een actief toezicht voorstellen. Dit betekent dat hij u vaak zal controleren en tests zal laten uitvoeren om te zien of uw kanker verergert. Als uw situatie verandert, kunt u besluiten met de behandeling te beginnen.
Mythe 4: Een hoge PSA-score betekent dat u prostaatkanker hebt.
Feit: Niet noodzakelijk. Een ontstoken prostaat kan uw cijfers opdrijven. De score helpt uw arts te beslissen of u meer tests nodig hebt om op prostaatkanker te controleren. Ook zullen ze uw PSA-score in de loop van de tijd in de gaten houden. Als het stijgt, kan dat een teken zijn van een probleem. Als het daalt na kankerbehandeling, is dat geweldig.
Mythe 5: Als je prostaatkanker krijgt, sterf je aan de ziekte.
Feit: Veel mannen met prostaatkanker zullen waarschijnlijk oud worden of aan een andere oorzaak overlijden.