Kinderen met een van beide aandoeningen kunnen problemen hebben met concentreren. Ze kunnen impulsief zijn of moeite hebben met communiceren. Hoe kun je ADHD en autisme uit elkaar houden?
Hoewel ze veel van dezelfde symptomen hebben, zijn het toch twee verschillende aandoeningen. Autisme spectrum stoornissen zijn een reeks van gerelateerde ontwikkelingsstoornissen die taalvaardigheden, gedrag, sociale interacties, en het vermogen om te leren kunnen beïnvloeden. ADHD beïnvloedt de manier waarop de hersenen aandacht en impulscontrole regelen
De juiste diagnose in een vroeg stadium helpt kinderen de juiste behandeling te krijgen, zodat ze geen belangrijke ontwikkeling en leerachterstand oplopen. Mensen met deze aandoeningen kunnen een succesvol en gelukkig leven leiden.
Hoe zijn ze verschillend?
Houd in de gaten hoe je kind oplet. Mensen met autisme hebben moeite om zich te concentreren op dingen die ze niet leuk vinden, zoals het lezen van een boek of het maken van een puzzel. En ze kunnen gefixeerd zijn op dingen die ze wel leuk vinden, zoals spelen met een bepaald stuk speelgoed. Kinderen met ADHD hebben vaak een hekel aan en vermijden dingen waar ze zich op moeten concentreren.
U moet ook onderzoeken hoe uw kind leert te communiceren. Hoewel kinderen met beide stoornissen moeite kunnen hebben met de interactie met anderen, kunnen kinderen met autisme zich minder sociaal bewust zijn van anderen om hen heen. Ze hebben vaak moeite om hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen, en ze zijn misschien niet in staat om naar een voorwerp te wijzen om hun spraak betekenis te geven. Ze vinden het moeilijk om oogcontact te maken.
Een kind met ADHD daarentegen, kan non-stop praten. Hij zal eerder in de rede vallen als iemand anders aan het woord is of zich in een gesprek mengen en proberen het te monopoliseren. Denk ook aan het onderwerp. Sommige kinderen met autisme kunnen uren praten over een onderwerp dat hen interesseert.
Een autistisch kind houdt meestal van orde en herhaling, maar een kind met ADHD misschien niet, zelfs als het hem helpt. Een kind met autisme kan bijvoorbeeld hetzelfde soort eten willen in een favoriet restaurant, of overmatig gehecht raken aan één stuk speelgoed of shirt. Ze kunnen van streek raken als routines veranderen. Een kind met ADHD vindt het niet leuk om steeds hetzelfde te doen of voor lange tijd.
Diagnose
Als je denkt dat je kind ADHD of autisme heeft, praat dan met je arts over welke testen je nodig hebt. Er is niet één ding dat kan zeggen of een kind een van beide aandoeningen heeft, of beide. U kunt beginnen met uw kinderarts, die u kan doorverwijzen naar een specialist.
Om de diagnose ADHD te stellen, kijken artsen naar een patroon van gedragingen in de loop van de tijd, zoals afgeleid of vergeetachtig zijn, niet doorzetten, moeite hebben met wachten op een beurt, en friemelen of wriemelen. Ze vragen om feedback van ouders, leerkrachten en andere volwassenen die voor het kind zorgen. Een arts zal ook proberen andere mogelijke oorzaken voor de symptomen uit te sluiten.
Een autisme-diagnose begint met een ouder die een vragenlijst over het kind beantwoordt, vaak over gedragingen die begonnen toen het kind nog heel jong was. Verdere tests en hulpmiddelen kunnen bestaan uit meer vragenlijsten, enquêtes en checklists, maar ook uit interviews en geobserveerde activiteiten.
[Zelftest: de tekenen van autisme herkennen
Behandelingen
Het kan zelfs voor artsen moeilijk zijn om de aandoeningen uit elkaar te houden, maar het is wel belangrijk dat uw kind de juiste behandeling krijgt.
Er is geen pasklare manier om met ADHD om te gaan. Jongere kinderen beginnen met gedragstherapie, en de arts kan medicatie voorschrijven als de symptomen niet voldoende verbeteren. Oudere kinderen krijgen meestal beide. ADHD-symptomen en de behandeling ervan kunnen in de loop van de tijd veranderen.
Verschillende soorten therapie, zoals gedragstherapie, spraaktherapie, sensorische integratie en bezigheidstherapie, kunnen kinderen met autisme helpen om beter met elkaar te communiceren en op te schieten. Medicijnen kunnen autisme niet genezen, maar ze kunnen er wel voor zorgen dat verwante symptomen, zoals concentratieproblemen of veel energie, beter beheersbaar worden.