Het MMR-vaccin is erg belangrijk voor kinderen en sommige volwassenen die nog niet zijn blootgesteld aan de ziekte of nog niet zijn gevaccineerd. De arts legt uit wie het vaccin moet krijgen en wanneer.
Wat zijn Mazelen, Bof en Rodehond?
Mazelen, bof en rodehond zijn virale ziekten. Ze kunnen allemaal zeer ernstig zijn.
Mazelen begint met koorts, hoesten, een loopneus, bindvliesontsteking (pink) en een rode, puntige uitslag die in het gezicht begint en zich verspreidt over de rest van het lichaam. Als het virus de longen infecteert, kan het een longontsteking veroorzaken. Bij oudere kinderen kan mazelen leiden tot ontsteking van de hersenen, encefalitis genoemd, wat epileptische aanvallen en hersenbeschadiging kan veroorzaken.
Het bofvirus veroorzaakt meestal zwellingen in de klieren net onder de oren, waardoor de bof eruit ziet als eekhoornwangen. Voordat het vaccin werd ontwikkeld, was de bof in de VS de meest voorkomende oorzaak van hersenvliesontsteking (ontsteking van de bekleding van de hersenen en het ruggenmerg) en verworven doofheid.
Rodehond is ook bekend als de Duitse mazelen. Het kan een lichte uitslag in het gezicht veroorzaken, zwelling van de klieren achter de oren, en in sommige gevallen zwelling van de kleine gewrichten en lichte koorts. De meeste kinderen herstellen snel en hebben geen blijvende gevolgen. Maar als een zwangere vrouw rodehond krijgt, kan dat verwoestend zijn. Als ze tijdens het eerste trimester van de zwangerschap besmet raakt, is er minstens 20% kans dat hun kind een geboorteafwijking krijgt, zoals blindheid, doofheid, een hartafwijking of een verstandelijke handicap.
Wie moet wel en wie moet niet het MMR-vaccin krijgen?
MMR is een serie van twee vaccinaties die gewoonlijk tijdens de kinderjaren wordt gegeven. Een kind moet de eerste injectie krijgen wanneer het tussen 12-15 maanden oud is, en de tweede wanneer het tussen 4-6 jaar oud is.
Als u niet zeker weet of u de ziekten of de vaccins hebt gehad (vóór 1971 werd het in drie afzonderlijke injecties gegeven), kunt u als volwassene het MMR-vaccin krijgen. Praat erover met je arts als:
-
Je geboren bent na 1956. (Als je tijdens of voor 1956 geboren bent, word je verondersteld immuun te zijn, omdat veel kinderen toen de ziekten kregen).
-
Je werkt in een medische faciliteit.
-
U bent van plan zwanger te worden of kunt zwanger worden.
Je moet de prik niet krijgen als:
-
U een ernstige allergische reactie heeft na de eerste MMR prik.
-
U bent allergisch voor gelatine of neomycine.
-
U bent zwanger of u bent van plan zwanger te worden in de komende 4 weken. (Het vaccin is veilig als u borstvoeding geeft).
-
Uw immuunsysteem is zwak door medicijnen tegen kanker, corticosteroïden, of AIDS.
MMR Risico's en Bijwerkingen
De meeste mensen die het MMR-vaccin krijgen, hebben geen bijwerkingen. Sommigen hebben koorts of kleine pijntjes en roodheid op de plaats waar ze de prik hebben gekregen.
Andere mogelijke problemen komen minder vaak voor. Zij omvatten:
-
Koorts (1 op 5 kinderen)
-
Uitslag (1 op 20)
-
Opgezwollen klieren (1 op 7)
-
Aanval (1 op 3.000)
-
Gewrichtspijn/stijfheid (1 op 100 kinderen; komt vaker voor bij volwassenen, vooral bij vrouwen)
-
Laag aantal bloedplaatjes/bloeding (1 op 30.000)
-
Encefalitis (1 op 1 miljoen)
In de loop der jaren hebben sommigen gesuggereerd dat het MMR vaccin gelinkt is aan autisme spectrum stoornis. De CDC blijft erbij dat er geen bewijs is om dat idee te ondersteunen en tientallen studies hebben geconcludeerd dat er geen verband is. De voordelen van het vaccin op het gebied van ziektepreventie wegen ruimschoots op tegen de mogelijke risico's.