Vaccins kunnen een belangrijk hulpmiddel zijn bij het bestrijden van infecties bij mensen met HIV of AIDS. Ontdek welke vaccinaties u nodig hebt en welke u moet vermijden.
Niet alle vaccins zijn veilig voor mensen met HIV/AIDS. Vaccins gemaakt van levende virussen mogen niet gegeven worden aan personen met CD4-tellingen lager dan 200, omdat ze een zwakke vorm van de kiem bevatten en een mild geval van de ziekte kunnen veroorzaken. Gelukkig zijn de meeste vaccins voor mensen met HIV/AIDS geïnactiveerde vaccins, die geen levende kiem bevatten.
Bijwerkingen van vaccins en HIV/AIDS
Iedereen, ongeacht zijn HIV-status, loopt het risico op bijwerkingen van vaccins, waaronder:
-
Pijn, roodheid, of zwelling op de plaats waar u de prik heeft gekregen
-
Vermoeidheid
Als u HIV/AIDS heeft, zijn extra overwegingen over vaccins:
-
Vaccins kunnen uw virale lading verhogen.
-
Vaccins kunnen minder goed werken als uw CD4 aantal erg laag is. Als uw CD4 aantal laag is, kan het helpen om sterke antiretrovirale medicatie te nemen voordat u sommige vaccins krijgt.
-
Vaccins gemaakt van een levend virus kunnen er voor zorgen dat u de ziekte krijgt die het vaccin moet voorkomen. Als uw CD4 aantal laag is, moet u levende vaccins vermijden, zoals waterpokken, mazelen/bof/rubella (MMR), en het griepvaccin in de vorm van een neusspray. Vermijd ook nauw contact met iemand die in de afgelopen twee of drie weken een levend vaccin heeft gehad.
-
Vaccins kunnen uw viral load verhogen, hoewel dit van weinig belang is bij personen die antiretrovirale therapie krijgen.
Wat voor soort vaccinaties hebben mensen met HIV nodig?
Hier zijn algemene richtlijnen over vaccins voor mensen met HIV. Deze zullen je helpen om te weten welke je moet nemen en hoe vaak.
Aanbevolen voor alle volwassenen die HIV-Positief zijn
Vaccin/ziekte |
Dosering |
Aanbevelingen |
Hepatitis B-virus (HBV) ? |
drie injecties over zes maanden |
|
Influenza [griep] |
één shot |
|
Mazelen, bof en rodehond (MMR) (levend virus vaccin) |
twee inentingen gedurende één maand |
|
Polysaccharide pneumokokken (longontsteking) |
één of twee injecties |
|
Pneumokokken (longontsteking) conjugaatvaccin (PCV13) |
één injectie |
|
Pneumokokken (longontsteking) polysaccharidevaccin (PPSV23) |
één injectie |
|
Tetanus- en difterietoxoïd (Td) of Tdap (Tetanus, difterie en pertussus) |
één injectie |
|
?
Aanbevolen voor sommige volwassenen die HIV-Positief zijn
Hepatitis A virus (HAV) |
twee injecties over 6 maanden |
|
Hepatitis A/Hepatitis B gecombineerd virus (Twinrix) |
drie injecties gedurende 6 maanden |
|
Humaan papillomavirus (HPV) |
3 injecties over 6 maanden |
|
Meningokokken (bacteriële meningitis) |
twee injecties over 2 maanden |
? |
?
Als U buiten het land reist
Als je HIV hebt, zorg er dan voor dat je gevaccineerd bent tegen hepatitis A en B als je daar nog niet immuun voor bent. Zorg ervoor dat je routinevaccins up to date zijn en dat je de vaccins hebt die vereist zijn in het land waar je naartoe reist. Zorg er echter voor dat dit de geïnactiveerde, en niet de levende, vaccins zijn. Als er geen geïnactiveerde versie beschikbaar is, neem dan niet het levende vaccin. Voorbeelden van levende vaccins zijn sommige vormen van buiktyfusvaccin en gele koortsvaccin. Laat uw arts in plaats daarvan een brief opstellen waarin u uitlegt dat u medisch niet in staat bent te worden gevaccineerd.