Een arts bekijkt de rol van uitstrijkjes bij vrouwen in de menopauze en bij vrouwen die een hysterectomie hebben ondergaan.
Een Pap-test zoekt naar veranderingen in de cellen van de baarmoederhals die wijzen op baarmoederhalskanker of aandoeningen die zich tot kanker kunnen ontwikkelen.
Met de Pap-test moet op 21-jarige leeftijd worden begonnen. Routinescreening wordt elke drie jaar aanbevolen voor vrouwen van 21 tot 65 jaar. U kunt ook overwegen de Pap-test te combineren met de humaan papillomavirus screening of de HPV-test alleen om de vijf jaar na de leeftijd van 30 jaar.
Testen is het beste middel om voorstadia van kanker op te sporen die kunnen leiden tot baarmoederhalskanker. Indien vroeg ontdekt, kan baarmoederhalskanker worden genezen.
Heb ik nog steeds een uitstrijkje nodig nu ik in de menopauze ben?
Zelfs wanneer u in de menopauze of postmenopauze bent, moet u nog steeds een Pap of HPV test ondergaan. Vrouwen die een totale hysterectomie hebben ondergaan voor een niet-kankerachtige aandoening en die geen voorgeschiedenis hebben van precancereuze Pap-tests, kunnen mogelijk stoppen met Pap-screening, afhankelijk van hun medische voorgeschiedenis en het risico op besmetting met het humaan papillomavirus (HPV). Screening kan ook worden stopgezet op 65- of 70-jarige leeftijd als vrouwen ten minste drie normale Pap-tests achter elkaar hebben gehad en geen abnormale Pap-tests in de voorgaande 10 jaar.
Hoe vaak moet ik een uitstrijkje laten maken nu ik in de menopauze kom?
U kunt om de drie jaar een Pap-test laten doen als dit voor u allebei geldt:
U heeft al drie jaar op rij normale Pap-test resultaten gehad.
U heeft geen voorgeschiedenis van een precancereus Pap test resultaat, geen HIV infectie, geen verzwakt immuunsysteem, en geen voorgeschiedenis van in utero blootstelling aan diethylstilbestrol
Vrouwen die een hoger risico op kanker hebben, moeten vaker een Pap-test ondergaan. Uw arts kan u adviseren wat voor u het beste is.
Moet ik een uitstrijkje laten maken als ik een hysterectomie heb gehad?
Uitstrijkjes kunnen worden gestaakt na een totale hysterectomie, tenzij de operatie werd uitgevoerd voor baarmoederhalskanker of andere baarmoederkankers, of als u om andere redenen geacht wordt een hoog risico te lopen; bijvoorbeeld als u HIV-positief bent (drager van het virus dat AIDS veroorzaakt), of een verzwakt immuunsysteem hebt. In deze situaties moeten de uitstrijkjes worden voortgezet zoals bepaald door uw arts. Vrouwen die een hysterectomie hebben ondergaan en geen uitstrijkjes meer nodig hebben, moeten routinebekkenonderzoeken blijven laten uitvoeren door hun arts.
Op welke symptomen moet ik letten tussen de uitstrijkjes?
Pre-kankerachtige aandoeningen van de baarmoederhals veroorzaken zelden symptomen. Om problemen op te sporen is meestal een bekkenonderzoek en een uitstrijkje nodig.
Wanneer er kanker in de baarmoederhals aanwezig is, is het meest voorkomende symptoom abnormaal bloedverlies. Het bloeden kan beginnen en ophouden tussen de normale menstruatieperioden, of het kan optreden na geslachtsgemeenschap of douchen (hoewel douchen wordt afgeraden). Abnormale vaginale afscheiding is een ander symptoom. Pijn is GEEN vroeg teken van de ziekte. Deze symptomen kunnen door andere aandoeningen worden veroorzaakt en zijn geen zekere tekenen van kanker; maar ga zeker naar uw arts als een van deze symptomen zich voordoet.