Operatie- en verwijderingsprocedures voor nierstenen

Nierstenen verdwijnen vaak vanzelf. De arts legt uit wanneer u een ingreep of operatie nodig hebt om een hardnekkige steen te behandelen.

Sommige nierstenen gaan vaak vanzelf over zonder behandeling. Andere stenen die pijnlijk zijn of vastzitten in uw urinewegen moeten soms operatief worden verwijderd.

U kunt een procedure of operatie ondergaan om nierstenen te verwijderen als:

  • De steen erg groot is en niet uit zichzelf kan verdwijnen.

  • Je hebt veel pijn.

  • De steen blokkeert de urinestroom uit je nier.

  • U heeft veel urineweginfecties gehad als gevolg van de steen.

Soorten niersteenprocedures en -operaties

Deze vier behandelingen kunnen worden toegepast op uw nierstenen:

  • Schokgolf lithotripsie

  • Ureteroscopie

  • Percutane nefrolithotomie of percutane nefrolithotripsie

  • Open chirurgie

Hier is meer over elk van deze:

Schokgolf Lithotripsy

SWL is de meest voorkomende behandeling voor nierstenen. Het werkt het beste bij kleine of middelgrote stenen. Het is niet-invasief, wat betekent dat er geen sneetjes in uw huid worden gemaakt.

Tijdens deze procedure ligt u op een tafel. U krijgt van tevoren medicijnen om eventuele pijn of ongemak te beperken.

De arts gebruikt een röntgenfoto of echografie om de steen (of stenen) in uw nier te vinden. Daarna richt hij of zij van buitenaf hoogenergetische schokgolven op uw nier. Deze golven gaan door uw huid heen en breken de steen in kleine stukjes.

De arts kan een buisje, een stent genaamd, in uw urineleider plaatsen (de urine stroomt via deze buis van uw nieren naar uw blaas). Deze stent helpt de stukjes steen passeren. SWL duurt ongeveer een uur. Meestal gaat u dezelfde dag weer naar huis.

Daarna drinkt u veel water om de stukjes steen uit uw urine te spoelen. Het kan zijn dat u door een zeefje moet plassen om stukjes van de steen op te vangen zodat ze getest kunnen worden.

SWL verwijdert nierstenen bij ongeveer de helft van de mensen die het ondergaan. Als het niet werkt, moet u de procedure misschien laten herhalen.

De procedure kan bijwerkingen hebben, zoals krampen of bloed in uw urine. Ernstigere problemen zijn minder waarschijnlijk, maar kunnen omvatten:

  • Bloedingen rond de nier

  • Infectie

  • Beschadiging van de nier

  • Steen die de urinestroom blokkeert

Ureteroscopie

Deze procedure behandelt stenen in de nieren en urineleiders. Uw arts gebruikt een dunne, flexibele scoop om stenen te vinden en te verwijderen. Er worden geen sneetjes in uw huid gemaakt. U slaapt tijdens deze procedure.

Uw arts brengt de scoop via uw blaas en urineleider naar uw nier. Hij gebruikt een klein mandje om kleine stenen te verwijderen. Als de stenen groter zijn, zal de arts een laser door de scoop halen om ze te breken. Meestal kunt u dezelfde dag weer naar huis.

De arts kan een stent in uw urineleider plaatsen om de urine uit uw nier in uw blaas te laten stromen. Na 4 tot 10 dagen gaat u terug naar de dokter om de stent te laten verwijderen.

Sommige stents hebben een touwtje aan het uiteinde, zodat u hem er zelf uit kunt trekken. Volg de instructies van uw arts over het zelf verwijderen van een stent zorgvuldig op.

Mogelijke problemen na een ureteroscopie zijn onder andere:

  • Infectie

  • Vernauwing van de urineleider

  • Bloeding

Percutane Nefrolithotomie of Percutane Nefrolithotripsie

Als uw steen groot is of lithotripsie de steen niet genoeg kan afbreken, is deze operatie een optie. PCNL gebruikt een klein buisje om bij de steen te komen en breekt hem af met hoogfrequente geluidsgolven.

U krijgt iets toegediend zodat u niet wakker bent tijdens deze operatie. Uw chirurg maakt een kleine snee in uw rug of zij en plaatst een dunne scoop in het gaatje.

De operatie kan op twee manieren worden uitgevoerd:

Nefrolithotomie: de chirurg verwijdert de steen via een buisje

Nefrolithotripsie: de chirurg gebruikt geluidsgolven of een laser om de steen af te breken en zuigt de stukjes vervolgens op met een afzuigapparaat.

De operatie duurt 20 tot 45 minuten. Meestal moet u daarna nog een dag of twee in het ziekenhuis blijven. Meestal moet er een paar dagen een stent in uw nier blijven zitten om de urineafvoer te vergemakkelijken.

Uw arts kan een paar weken later een röntgenfoto of echografie maken om te zien of er nog stukjes van de steen over zijn. Het is ook mogelijk dat de arts de steenfragmenten naar een laboratorium stuurt om te onderzoeken waar ze uit bestaan.

Risico's van deze operatie zijn onder andere:

  • Infectie

  • Bloeding

  • Schade aan de blaas, darm, urineleider, nier of lever

Open Chirurgie

Open chirurgie wordt nog maar zelden gedaan voor nierstenen. Maar als uw steen erg groot is of niet kan worden verwijderd of vergruisd met andere behandelingen, kan een operatie een optie zijn.

Een operatie kan ook helpen als:

  • Een van de stenen vastzit in uw urineleider.

  • Je hebt veel pijn.

  • De steen blokkeert je urinestraal.

  • Je bloedt of je hebt een infectie.

Je zal iets toegediend krijgen om je bewusteloos te maken tijdens de procedure. De chirurg maakt een snee in uw zij en in uw nier. Door de opening wordt de steen verwijderd. Er wordt een stent in de urineleider geplaatst om de urineafvoer te vergemakkelijken.

Het kan nodig zijn dat u een paar dagen in het ziekenhuis moet blijven. Na een open operatie kan het 4 tot 6 weken duren voordat u volledig bent genezen.

Praat met uw arts

Zorg ervoor dat u de risico's en voordelen van elk van uw behandelingsopties begrijpt.

Stel uw arts deze vragen:

  • Welke bijwerkingen kan deze operatie veroorzaken?

  • Hoe groot is de kans dat mijn niersteen hiermee wordt behandeld?

  • Hoe lang moet ik daarna in het ziekenhuis blijven?

  • Wat zal je me geven om de pijn te bestrijden na de operatie?

  • Is er een kans dat ik de operatie moet herhalen?

Hot