Deze beoordeling van een arts kan verzorgers helpen om de situatie voor zichzelf en hun oudere dierbare te evalueren.
Doe deze korte test om de fysieke uitdagingen van het zorgen voor uw dierbare te meten en ontdek of u wat extra hulp nodig hebt.
Kruis de nummers 1, 2, of 3 aan voor elke categorie op deze lijst. Bepaal vervolgens uw score door de nummers die u hebt geselecteerd bij elkaar op te tellen.
De resultaten geven u een algemeen beeld van uw zorgsituatie. Een hoge score betekent dat u alles onder controle hebt. Een lager cijfer betekent dat u misschien meer hulp kunt gebruiken.
Vragen over de persoon die de zorg krijgt
Vermogen om rond te komen: Uw dierbare is meestal:
_____ (1) Aan het bed gekluisterd
_____ (2) Aan huis gebonden, maar niet bedgebonden
_____ (3) In staat om op eigen kracht rond te lopenEten: Uw naaste is:_____ (1) Niet in staat om zichzelf te voeden
_____ (2) In staat om zichzelf te voeden, maar heeft toezicht, begeleiding en gezelschap nodig
_____ (3) Is in staat om aan tafel te komen voor de maaltijden.Wassen en aankleden: Uw naaste is:
_____ (1) Niet in staat zichzelf te baden of andere routinetaken te doen zoals scheren of aankleden
_____ (2) In staat om een bad te nemen of te douchen maar heeft hulp en ondersteuning nodig
_____ (3) In staat is om zichzelf te baden, te verzorgen en aan te kleden
Naar de badkamer gaan: Uw naaste is:
_____ (1) Niet in staat om zijn of haar darmen of blaas te controleren
_____ (2) Kan zijn/haar darmen en blaas onder controle houden maar heeft hulp nodig om een bedpan te gebruiken of om naar de badkamer te gaan
_____ (3) Kan zelf naar het toilet gaan
Benodigde tijd voor zorg: Uw dierbare:
_____ (1) Heeft 20 uur persoonlijke verzorging per week nodig
_____ (2) Heeft tussen de 10 en 20 uur persoonlijke verzorging per week nodig
_____ (3) Heeft minder dan 10 uur persoonlijke verzorging per week nodig
Denken Vaardigheden: Uw naaste is:
_____ (1) Meestal mentaal in de war
_____ (2) Soms mentaal in de war
_____ (3) In staat om helder te denken en competente beslissingen te nemen
Vragen over de verzorger
Gezondheid: De
c
zorgverlener:
_____ (1) is zwak of heeft een slechte gezondheid
_____ (2) Heeft enige beperkingen in activiteiten
_____ (3) Is in goede gezondheid en is lichamelijk actief
Andere Verantwoordelijkheden: De verzorger
r
is:
_____ (1) Voltijds buitenshuis werkzaam
_____ (2) Werkt deeltijds buitenshuis of heeft een flexibele en ondersteunende werksetting
_____ (3) Werkt niet buitenshuis
Andere zorgverantwoordelijkheden: De verzorger is:
_____ (1) Verantwoordelijk voor kinderen of andere gezinsleden
_____ (2) Verantwoordelijk voor niemand anders dan de persoon die zorg ontvangt
_____ (3) In staat om voltijdse hulp in te huren
Zorgverlenende vaardigheden: De verzorger:
_____ (1) Heeft onvoldoende vaardigheden of vertrouwen om zorg te verlenen
_____ (2) Beschikt over voldoende vaardigheden en zelfvertrouwen om aan de thuiszorgbehoeften te voldoen
_____ (3) Kan de nodige hulp inhuren
Ontspanningstijd: de verzorger:
_____ (1) Heeft minder dan vier uur "vrije tijd" per week
_____ (2) Heeft ten minste één dag "vrijaf" per week
_____ (3) Kan zich bezighouden met persoonlijke interesses en activiteiten
Slaapgewoonten: De verzorger:
_____ (1) Verliest regelmatig slaap om aan alle dagelijkse zorgbehoeften te voldoen
_____ (2) Verliest af en toe slaap om alle dagelijkse zorgtaken te kunnen verrichten
_____ (3) Is in staat om regelmatig te slapen
Uw score
Tel de nummers op die je hebt geselecteerd. Een lagere score betekent dat je in een "minder beheersbare" situatie zit. U moet nadenken over meer steun dan wat uw of de primaire verzorger kan bieden.
Een hogere score betekent dat u zich in een "beter beheersbare" zorgsituatie bevindt.
De laagst mogelijke score op deze test is 12. Het geeft aan dat u veel ondersteuning van de verzorger nodig heeft.
De hoogst mogelijke score voor deze test is 36.
Uw totale waarderingsscore voor deze test: ______