Kinderen en operatiepijn

Pijn na een operatie komt vaak voor. Het is ook normaal. Er kunnen maatregelen worden genomen om de pijn te minimaliseren of te elimineren, maar pijn die erger wordt, vooral in combinatie met andere symptomen, kan een teken zijn van een chirurgische complicatie die door de arts moet worden onderzocht.

Kinderen die worden geopereerd ervaren net als volwassenen pijn, en meestal kunnen zij hun pijn op de een of andere manier uiten. De meeste kinderen ouder dan 18 maanden kunnen het woord "pijn" gebruiken en kinderen jonger dan 18 maanden zeggen vaak dat ze "pijn" hebben of dat ze een "boo-boo" hebben.

Kinderen kunnen echter vaak moeilijk uitleggen hoeveel pijn ze voelen. Bovendien hebben zeer jonge kinderen die niet kunnen spreken, het nog moeilijker om aan te geven hoeveel pijn zij voelen. Daarom moet de ouder het kind letten op non-verbale tekenen van pijn, zoals de volgende:

  • Huilen

  • Slechte voeding

  • Slecht eten

  • Slecht drinken

  • Lethargie

  • Slapeloosheid

  • Ongelukkige gezichtsuitdrukkingen

  • Prikkelbaarheid 

  • Kleverigheid

  • Drukte

De ouder moet noteren hoe het kind zich gedraagt in vergelijking met het gebruikelijke gedrag en dit aan de arts vertellen. De arts kan plaatjes gebruiken waaruit het kind kan kiezen om aan te geven waar het pijn voelt en hoeveel pijn het voelt. Een gelukkig, speels kind dat goed slaapt en eet, heeft zelden pijn.

Net zoals kinderen pijn verschillend uiten, kan ook de pijnbestrijding bij kinderen verschillen. Doseringen en beschikbaarheid van pijnstillers zijn voor kinderen anders. Bij kinderen wordt de dosering vaak berekend op basis van het gewicht. Daarom is het belangrijk het gewicht van het kind te kennen.

Kinderen kunnen ook door andere factoren worden beïnvloed. Een kind kan bijvoorbeeld een sterke angst hebben voor de chirurgische ingreep die zelfs na de operatie kan aanhouden, of het kind kan geloven dat de pijn van de operatie een straf is voor iets. Praten met het kind over zijn gevoelens en duidelijk uitleggen wat er gaat gebeuren en waarom, zowel voor als na de operatie, is belangrijk. Zo kan het kind ook vragen stellen en over zijn angsten praten.

Het is belangrijk om een plan te hebben voor de pijnbestrijding na de operatie. Bespreek met de arts van het kind het soort medicatie, de dosering en de timing ervan. Bespreek ook welke andere behandelingen en instructies de pijn en angst na de operatie tot een minimum zullen beperken.

Hot