Het is niet ongewoon dat een kind het af en toe moeilijk heeft met wiskundehuiswerk. Maar als ze problemen hebben met getallen of lage scores op wiskundetoetsen, maar het in andere vakken wel goed doen, kan het zijn dat ze een leerstoornis hebben die dyscalculie heet.
Het is een hersengerelateerde aandoening waardoor basisrekenen moeilijk te leren is. Het kan in families voorkomen, maar wetenschappers hebben er geen genen voor gevonden.
Tot 7% van de basisschoolleerlingen heeft dyscalculie. Onderzoek suggereert dat het net zo vaak voorkomt als dyslexie - een leesstoornis - maar niet zo goed begrepen wordt. Kinderen en ouders noemen het soms "wiskundige dyslexie", maar dat kan verwarrend zijn omdat dyscalculie een heel andere aandoening is. Je school of dokter kan het een "wiskunde leerstoornis" of een "wiskunde stoornis" noemen.
Het kan in verband worden gebracht met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) -- tot 60% van de mensen met ADHD heeft ook een leerstoornis, zoals dyscalculie.
Symptomen
Kinderen met dyscalculie kunnen het spoor bijster raken bij het tellen. Ze kunnen op hun vingers tellen lang nadat kinderen van dezelfde leeftijd daarmee gestopt zijn. Ze kunnen het moeilijk vinden om in één oogopslag te weten hoeveel dingen er in een groep zitten - een vaardigheid die "subitizing" heet en die je helpt om een 5 en een 3 te zien nadat je de dobbelsteen hebt gegooid, zonder echt te tellen.
Zelfs hun basisbegrip van getallen, of "number sense", werkt misschien niet goed. Hierdoor kan het bijvoorbeeld moeilijk zijn om snel te zien of het getal 8 een groter getal is dan 6. Een kind met dyscalculie kan ook veel angst hebben voor getallen. Ze kunnen bijvoorbeeld in paniek raken bij de gedachte aan huiswerk voor wiskunde.
Dingen schatten, zoals hoe lang iets duurt of de hoogte van het plafondSchoolgaande kinderen met dyscalculie kunnen het moeilijk vinden om:
-
wiskundige woordproblemen te begrijpen
-
Basale wiskunde leren, zoals optellen, aftrekken en vermenigvuldigen
-
Koppel een getal (1) aan het bijbehorende woord (één)
-
Breuken begrijpen
-
Grafieken en diagrammen begrijpen (visueel-ruimtelijke concepten)
-
Geld tellen of wisselgeld geven
-
Telefoonnummers of postcodes onthouden
-
De tijd vertellen of klokken lezen
Elke activiteit die gebaseerd is op getallen of wiskunde - zelfs buiten school - kan kinderen met dyscalculie frustreren. Een kind met deze leerstoornis kan bijvoorbeeld boos worden van spelletjes waarbij voortdurend geteld of gescoord moet worden.
[Zelftest] Dyscalculie Symptomen bij Kinderen
Diagnose
Als uw kind het moeilijk heeft met getallen, ga dan naar de huisarts om uit te sluiten dat er problemen zijn met het gezichtsvermogen of het gehoor die het leervermogen kunnen beïnvloeden.
Praat vervolgens met de wiskundeleraar van uw kind om te begrijpen waar het moeite mee heeft. Praat ook met andere leerkrachten om na te gaan of zij op andere gebieden problemen hebben.
Als u denkt dat uw kind dyscalculie heeft na een gesprek met de arts en de leerkrachten, maak dan een afspraak met een leerspecialist. Zij zullen met u en uw kind praten en hun rekenvaardigheden testen om vast te stellen of ze het hebben. Een test is de enige manier om zeker te weten of uw kind de aandoening heeft. De tests worden ook wel educatieve of psycho-educatieve tests genoemd. De tests kijken vooral naar vier dingen:
-
Computationele vaardigheden: Het vermogen om wiskundige bewerkingen uit te voeren. Jongere kinderen krijgen problemen met optellen of aftrekken, en oudere kinderen krijgen moeilijkere problemen zoals vermenigvuldigen, delen en breuken.
-
Rekenvaardigheid: Het vermogen om gemakkelijk elementaire wiskundige feiten op te roepen, zoals 5 x 3 = 15, of het vermenigvuldigen van breuken.
-
Mentaal rekenen: Het vermogen om wiskundeproblemen in je hoofd te doen.
-
Kwantitatief redeneren: Het vermogen om woordproblemen te begrijpen en op te lossen
Een deskundige kan naar deze tests kijken en een rapport samenstellen dat u kan helpen de behoeften van uw kind aan te pakken.
Behandeling
Leerspecialisten, onderwijspsychologen of neuropsychologen die gespecialiseerd zijn in dyscalculie raden het volgende aan om een kind te helpen bij het begrijpen van wiskunde:
-
Speciaal ontworpen lesplannen
-
Op wiskunde gebaseerde leerspelletjes
-
Veel vaker dan andere leerlingen wiskundevaardigheden oefenen
Hoe kan ik mijn kind helpen?
Hier zijn enkele dingen die u kunt proberen om uw kind te helpen beter te leren en te begrijpen wiskunde en hun angst te verminderen:
-
Laat ze hun vingers en papier gebruiken bij het tellen.
-
Zorg ervoor dat ze de juiste hulpmiddelen hebben, zoals een gebruiksvriendelijke rekenmachine en voldoende gummen.
-
Gebruik grafiekpapier. Het helpt kolommen en cijfers recht en netjes te houden.
-
Gebruik ritme en muziek om rekenfeiten en stappen te leren.
-
Neem een ervaren wiskunde tutor om te helpen.
-
Teken plaatjes van wiskundige woordproblemen.
-
Plan computertijd in om rekenspelletjes te spelen.
-
Prijs hun harde werk, niet het resultaat.
-
Praat met hen over hun leerstoornis.
-
Leer hen manieren om met angst om te gaan.
Praat privé met leerkrachten over de aandoening en onderwijsbehoeften van uw kind. U kunt naar het volgende vragen:
-
Een rustige werkruimte
-
Gebruik van een rekenmachine tijdens de wiskundeles en toetsen
-
Extra tijd voor toetsen
-
De mogelijkheid om colleges op te nemen