Veel mensen verwarren negatieve versterking met straf, maar dit zijn twee verschillende concepten. Negatieve versterking kan worden gebruikt als strategie om specifiek gedrag aan te moedigen. U gebruikt het waarschijnlijk al bij uzelf en uw kind zonder dat u zich daarvan bewust bent.
Wat is negatieve bekrachtiging?
Negatieve bekrachtiging maakt deel uit van een leermethode die operante conditionering heet. De theorie achter operante conditionering is dat als je een actie versterkt, deze eerder zal plaatsvinden, en als je een actie bestraft, deze minder snel zal plaatsvinden.
Versterking kan zowel positief als negatief zijn, net als het gedrag dat je versterkt. Het belangrijkste om te onthouden is dat versterking een bepaald gedrag aanmoedigt of ontmoedigt, of het nu slecht of goed is.
Bij negatieve versterking verwijder je een negatieve stimulus om een gedrag te versterken. Je gebruikt waarschijnlijk negatieve bekrachtiging om elke ochtend wakker te worden. Je wekker zoemt vervelend naar je tot je hem uitzet. Een ander voorbeeld van negatieve bekrachtiging zijn autofabrikanten die piepgeluiden gebruiken om u de veiligheidsgordel te laten dragen. Je doet het gewenste gedrag (je gordel omdoen of uit bed stappen) om de negatieve prikkel (een irritant geluid) te verwijderen.
Negatieve versterking gedragsvallen
Je kind gebruikt negatieve beloning waarschijnlijk vaker bij jou dan jij bij hen. Hoewel uw kind geen psycholoog is, is negatieve bekrachtiging voor peuters vanzelfsprekend. Elke driftbui is een voorbeeld van negatieve bekrachtiging. Als uw kind een koekje wil en u zegt nee, past het een negatieve stimulans toe (het krijgen van een driftbui). Ze verwijderen de negatieve prikkel wanneer je het gewenste gedrag doet (hen een koekje geven).
In dit voorbeeld werd zowel uw gedrag als dat van uw kind versterkt. Aangezien beide gedragingen negatief waren, wordt dit een gedragsval genoemd. Hoewel uw kind het gedrag versterkt dat het wil voortzetten, doet u dat niet. Het kan moeilijk zijn dit soort gedragsvallen te vermijden, maar hier zijn enkele ideeën die kunnen helpen:
-
Wees consequent over regels, zodat uw kind minder reden heeft om te geloven dat hij ze kan omzeilen.
-
Als je toegeeft, doe het dan snel. Toegeven na een lange driftbui versterkt alleen maar dat je kind moet doorzetten en maakt het moeilijker om driftbuien later te corrigeren.
-
Gebruik positieve beloning vóór situaties waarin uw kind waarschijnlijk een driftbui zal krijgen. Bied een traktatie aan als ze zich goed gedragen.
-
Maak geen loze dreigementen of regels in het heetst van de strijd als je er later niet aan vasthoudt.
Negatieve versterking vs. positieve bestraffing
Bij operante conditionering is straf bedoeld om een specifiek gedrag te verminderen. Straf kan, net als versterking, positief of negatief zijn. De term positief kan in deze context misleidend zijn. Het betekent dat je een negatieve stimulans toepast in plaats van iets weg te nemen.
Een voorbeeld van positief straffen is je kind zinnen laten schrijven als het zich misdraagt in de klas.
Negatief straffen is iets aangenaams wegnemen om het gedrag te verminderen. Een voorbeeld van negatief straffen is het afpakken van speelgoed als uw kind zijn broertje of zusje ermee slaat.
Is negatieve bekrachtiging effectief?
Negatieve bekrachtiging kan effectief zijn, maar er bestaat bezorgdheid over zowel de vraag of het op lange termijn werkt als over de gevaren van het gebruik ervan om het gedrag van kinderen te motiveren. Veel studies tonen aan dat het vertrouwen op extrinsieke beloningen en straffen de interne motivatie vermindert. In veel gevallen kunnen kinderen die zich misdragen later de vaardigheden missen die ze nodig hebben om hun gedrag te beheersen.
In gevallen waarin de oorzaak van slecht gedrag niet vrijwillige ongehoorzaamheid is, kan het gebruik van straffen en bekrachtigingen het probleem verergeren. Het gebruik van externe bekrachtigers kan ook het gevoel van eigenwaarde van een kind schaden. Als je kinderen de boodschap geeft dat ze zich misdragen omdat ze niet hard genoeg hun best doen, kunnen ze gaan geloven dat ze lui en ongemotiveerd zijn.
Ondertussen, als ze weten dat luiheid niet de reden is waarom ze zich misdragen, zullen ze het gevoel krijgen dat je hen niet begrijpt en niet vertrouwd kan worden om hen te helpen. In beide gevallen beschadig je hun relatie met jou.
Wat kun je doen in plaats van negatieve versterking?
In plaats van bekrachtigen of straffen raden veel deskundigen de Collaborative Problem Solving (CPS) methode aan om gedragsproblemen aan te pakken. De theorie achter CPS is dat kinderen die storend of lastig gedrag vertonen verkeerd begrepen worden en daardoor vaak verkeerd behandeld worden. CPS is gebaseerd op de overtuiging dat kinderen het goed doen als ze dat kunnen.
Als een kind zich niet kan gedragen, dan is het antwoord om met het kind te werken om het te helpen de vaardigheden te leren die het nodig heeft om zich te gedragen. Als onderdeel van dit proces leren ouders om prioriteit te geven aan gedragsdoelen en ontwikkelen ze drie opties om met uitdagend gedrag om te gaan:
Plan A: Opleggen van de wil van een volwassene. In dit geval leggen de ouders hun wil op aan het kind. Hoewel dit soms nodig is voor de veiligheid van het kind of om schadelijk gedrag te voorkomen, kan het slecht gedrag vaak verergeren.
Plan B: Het probleem samen oplossen. Bij deze optie werken ouders en kinderen samen om hun relaties te verbeteren, aan vaardigheden te werken en gedragsproblemen op te lossen. De eerste stap is empathie tonen zodat uw kind zich gehoord voelt. Vervolgens maakt u uw zorgen kenbaar en vraagt u uw kind om samen met u naar een oplossing te zoeken.
Plan C: uw verwachtingen tijdelijk verlagen. De derde optie is om uw verwachtingen een tijdje te verlagen. U kunt deze optie kiezen voor gedragingen die een lagere prioriteit hebben. U kunt plan C gebruiken om een probleem achter u te laten totdat uw kind de vaardigheden heeft om ermee om te gaan.
Met CPS leren ouders de belangrijkste principes van de aanpak en hoe ze achterblijvende vaardigheden bij hun kinderen kunnen herkennen. Het CPS-model helpt kinderen nieuwe vaardigheden te leren en hun gedrag te verbeteren.