Cognitieve psychologie: hoe wetenschappers de geest bestuderen

Cognitieve psychologie is de tak van de psychologie die bestudeert hoe mensen denken. Het cognitieve perspectief in de psychologie richt zich op hoe de interactie van denken, emotie, creativiteit en probleemoplossend vermogen beïnvloedt hoe en waarom je denkt zoals je doet. De cognitieve psychologie probeert verschillende soorten intelligentie te meten, vast te stellen hoe u uw gedachten organiseert, en verschillende componenten van cognitie te vergelijken. 

Wat doet een cognitief psycholoog?

Cognitieve psychologen doen klinisch onderzoek, training, onderwijs en klinische praktijk. Zij gebruiken de inzichten die zijn verkregen door te bestuderen hoe mensen denken en informatie verwerken om mensen te helpen nieuwe manieren te ontwikkelen om met probleemgedrag om te gaan en een beter leven te leiden. Cognitieve psychologen hebben speciale kennis van toegepaste gedragsanalyse, gedragstherapie, leertheorieën en emotionele verwerkingstheorieën. 

Ze weten hoe ze deze kennis moeten toepassen op de menselijke conditie en gebruiken het bij de behandeling van: 

  • Angststoornissen

  • Academische prestaties

  • Persoonlijkheidsstoornissen

  • Middelenmisbruik

  • Depressieve stoornissen

  • Relatieproblemen

  • Autisme spectrum stoornis

  • Trauma

  • Emotionele regulatie 

De geschiedenis van de cognitieve psychologie

De cognitieve psychologie won aan populariteit in de jaren 1950 tot 1970 toen onderzoekers meer geïnteresseerd raakten in hoe het denken gedrag beïnvloedt. Deze periode wordt de "cognitieve revolutie" genoemd en betekende een verschuiving in denken en focus voor psychologen. Voor die tijd domineerde de behavioristische benadering de psychologie. De behavioristen bestudeerden alleen extern gedrag dat gemeten kon worden.

Behavioristen geloofden dat het zinloos was om te proberen het verstand te bestuderen, omdat er geen manier was om te zien of objectief te meten wat er in iemands gedachten gebeurde. De geest werd gezien als een zwarte doos die niet gemeten kon worden. 

De cognitieve benadering leidde tot het idee dat intern mentaal gedrag kon worden bestudeerd met behulp van experimenten. De cognitieve psychologie gaat ervan uit dat er een intern proces plaatsvindt tussen het moment waarop een stimulus plaatsvindt en het moment waarop je erop reageert.

Deze processen worden mediatieprocessen genoemd en kunnen betrekking hebben op geheugen, waarneming, aandacht, probleemoplossing of andere processen. Cognitieve psychologen geloven dat als je gedrag wilt begrijpen, je de bemiddelende processen moet begrijpen die het gedrag veroorzaken.

Cognitieve Psychologie Voorbeelden

Enkele voorbeelden van studies en werk in de cognitieve psychologie zijn: 

Experts denken anders. Beginners denken letterlijk wanneer ze een probleem proberen op te lossen. Ze hebben de neiging zich te concentreren op de oppervlakkige details wanneer ze met een onbekende situatie worden geconfronteerd. Experts zijn in staat de onderliggende verbanden te zien en denken abstracter over het probleem. 

Kortetermijngeheugen. Uw kortetermijngeheugen is waarschijnlijk veel korter dan u denkt. Uit een klassiek onderzoek in de cognitieve psychologie bleek dat deelnemers aan een studie zich na 18 seconden slechts 10% van willekeurige reeksen van drie letters konden herinneren. Na 3 seconden konden de deelnemers zich 80% van de letterreeksen herinneren, dus na 15 extra seconden was er een aanzienlijke daling. 

Het in kaart brengen van de hersenen. Sommige cognitieve psychologen werken aan het BRAIN-initiatief (Brain Research through Advancing Innovative Neurotechnologies). Dit project is vergeleken met het menselijk genoom project. Het is een poging om meer te weten te komen over de 100 miljard hersencellen, inclusief de verbindingen ertussen en hoe ze verband houden met gedrag en gezondheid.

Cognitief psychologisch perspectief in de praktijk

Cognitieve psychologische perspectieven kunnen worden gebruikt om veel gebieden van het leven te verbeteren, waaronder de manier waarop kinderen leren. Onderzoekers Pooja K. Agarwal en Henry L. Roediger III gebruikten inzichten uit hun cognitieve psychologische studies om betere praktijken te ontwikkelen om het leren in de klas te bevorderen. Zij gebruikten experimenten om vast te stellen hoe leerlingen leren en hun kennis toepassen en om verouderde theorieën te ontkrachten. 

Vroeger geloofden deskundigen dat het geheugen kon worden verbeterd door oefening, een theorie die is ontkracht. Een andere populaire theorie die ontkracht is, is dat fouten het leren belemmeren. Het tegendeel is waar. Je leert van je fouten, dus fouten maken verbetert je leervermogen. Hoewel de meeste docenten deze theorieën achter zich hebben gelaten, zijn er nog steeds enkele onbewezen theorieën die blijven hangen, zoals het idee dat verschillende mensen verschillende leerstijlen hebben. 

Naast het ontkrachten van theorieën die niet werken, schijnt de cognitieve psychologie een licht op theorieën die wel werken. Na het uitkammen van meer dan 100 jaar onderzoek, vonden onderzoekers vier verschillende praktijken die het leervermogen van leerlingen vergroten: 

  • Retrieval practice, dat is het snel in herinnering brengen van de informatie die je leert

  • Feedback krijgen die je laat weten wat je niet weet

  • Spaced practice, dat is periodiek terugkeren naar de stof na verloop van tijd.

  • Interleaving, het oefenen van een mix van vaardigheden.

Carrières in Cognitieve Psychologie

Cognitieve psychologen kunnen aan universiteiten werken en onderzoek doen of lesgeven. Ze kunnen ook in de particuliere sector werken in de organisatiepsychologie, softwareontwikkeling of mens-computer interactie. Een andere optie voor cognitieve psychologen is werken in een klinische omgeving waar ze patiënten behandelen voor problemen met betrekking tot mentale processen, zoals: 

  • ziekte van Alzheimer

  • Spraakproblemen

  • Geheugenproblemen

  • Sensorische problemen

Met een bachelordiploma in cognitieve psychologie kun je in sommige instapbanen aan de slag, maar de meeste kansen zijn weggelegd voor mensen met een master- of doctorstitel. Het meeste onderzoek dat mensen met een masterdiploma doen, wordt begeleid door cognitieve psychologen met een doctorstitel. 

Hot