Triggerpointinjectie (TPI) kan een optie zijn voor de behandeling van pijn bij sommige patiënten. TPI is een procedure die wordt gebruikt om pijnlijke spiergebieden te behandelen die triggerpoints bevatten, of spierknopen die ontstaan wanneer spieren zich niet ontspannen. Dergelijke knopen kunnen vaak onder de huid worden gevoeld. Triggerpoints kunnen de zenuwen in hun omgeving irriteren en zo pijn veroorzaken die in een ander deel van het lichaam wordt gevoeld.
Wat gebeurt er tijdens een Trigger Point Injectie?
Bij de TPI procedure, brengt een gezondheidsdeskundige een kleine naald in het triggerpoint van de patiënt. De injectie bevat een plaatselijk verdovingsmiddel of een zoutoplossing, en kan een corticosteroïde bevatten. Met de injectie wordt het triggerpoint inactief gemaakt en wordt de pijn verlicht. Vaak leidt een korte behandeling tot een blijvende verlichting van de pijn. De injecties worden in de spreekkamer van een arts gegeven en duren meestal maar een paar minuten. Tijdens één bezoek kunnen meerdere plaatsen worden geïnjecteerd. Als een patiënt allergisch is voor een bepaald geneesmiddel, kan een droge-naaldtechniek (zonder geneesmiddelen) worden gebruikt.
Wanneer wordt een Trigger Point Injectie gebruikt?
TPI wordt gebruikt om vele spiergroepen te behandelen, vooral die in de armen, benen, onderrug, en nek. Daarnaast kan TPI worden gebruikt voor de behandeling van fibromyalgie en spanningshoofdpijn. De techniek wordt ook gebruikt om het myofasciaal pijnsyndroom (chronische pijn waarbij weefsel rondom de spier betrokken is) te verlichten dat niet op andere behandelingen reageert. De effectiviteit van TPI voor de behandeling van myofasciale pijn wordt echter nog onderzocht.