Tips voor eten als u moeite heeft met ademhalen

Als u ademhalingsproblemen hebt, zoals COPD of astma, kan het moeilijk zijn om te eten. Hier zijn eenvoudige manieren om het eten gemakkelijker en aangenamer te maken, zodat u de voeding binnenkrijgt die u nodig hebt.

Tegelijkertijd drukt het voedsel in je maag op je longen en middenrif, wat hun werk moeilijker maakt. En aandoeningen zoals COPD of astma kunnen uw longen groter maken, waardoor er minder ruimte in uw borstkas overblijft.

Je ademhalingsproblemen kunnen je ook te moe maken om te eten. Maar het is vooral belangrijk om goed te eten, zodat u sterk blijft en ziektes en infecties vermijdt die uw gezondheid kunnen verergeren.

Tips om gemakkelijker te eten

Maak een uur voor het eten je longen leeg. Je kunt dit op verschillende manieren doen, afhankelijk van je ademhalingsconditie. Je kunt:

  • Diepe, gecontroleerde hoestbuien maken

  • Ga liggen om slijm af te voeren

  • Klop op je borst

  • Gebruik je inhalator

Rust uit voor de maaltijd om energie te sparen voor het eten.

Eet zittend om ruimte te maken voor uw longen en middenrif om uit te zetten voor een gemakkelijkere ademhaling.

Gebruik uw zuurstof tijdens de maaltijd. Als u een canule gebruikt, draag die dan tijdens het eten om uw lichaam de zuurstof te geven die het nodig heeft voor een gezonde spijsvertering.

Overeet niet te veel. Geef je longen en middenrif meer ruimte om hun werk te doen door je maag niet te vol te stoppen.

Eet kleinere maaltijden en vaker. Een manier om te voorkomen dat je je in één keer overeet, is door drie grote maaltijden op te splitsen in vijf of zes kleinere.

Stem uw maaltijden af op uw energieniveau. Als u later op de dag vermoeider bent, eet dan eerder. Als u iets gepland heeft waardoor u uitgeput raakt, eet dan van tevoren.

Blijf uit de buurt van voedsel dat winderigheid veroorzaakt. Een opgeblazen gevoel vermindert ook de ruimte voor uw longen. Vermijd of beperk dus:

  • Bonen en linzen

  • Uien, prei, sjalotten en sallions

  • Knoflook

  • Kruisbloemige groenten zoals bloemkool, broccoli, kool, en spruitjes

  • Meloenen

  • Erwten (zoals spliterwten en erwten met zwarte ogen)

  • Komkommers

  • Wortelgewassen zoals rapen, radijzen en koolrapen

  • Rauwe appels

  • Asperges

  • Maïs

  • Koolzuurhoudende frisdranken en sappen

  • Gefrituurd of vettig voedsel

  • Pikant voedsel

Minder drinken. Als drankjes je verzadigen, neem dan minder slokjes tijdens de maaltijd. Of bewaar vloeistoffen voor erna of voor een andere keer.

Eet en kauw langzaam. Neem tijdens uw maaltijd de tijd om diep adem te halen en uw lichaam te vullen met de zuurstof die het nodig heeft. Neem kleinere hapjes en rust tussendoor even uit. Als u buiten adem raakt, doe het dan rustig aan en neem een pauze.

Hot